De basis zorgverzekering vergoedt vrijwel alle medicijnen of geneesmiddelen die door artsen worden voorgeschreven. Wel is het zo dat die medicijnen opgenomen moeten zijn in het z.g. Geneesmiddelen Vergoeding Systeem. Dit wordt kortweg aangeduid met GVS. Het is daarom mogelijk dat je medicatie moet krijgen waarover je zelf een eigen bijdrage betalen moet. Dus, de basiszorgverzekering vergoedt vrijwel altijd alle medicijnen. Die moet je huisarts of een specialist je wel voorschrijven. Vrijwel ieder geregistreerd medicijn valt onder de basisverzekering.
Werkzame stoffen in medicijnen worden vergoed
Maar welke medicijnen worden door je zorgverzekering vergoed is nooit bij elke verzekeraar gelijk. Men let op de werkzame stoffen. Die werkzame stoffen van medicijnen worden door de Nederlandse overheid altijd aangewezen. Verzekeraar bepalen zelf welke merknaam zij vergoeden. Dat kunnen verzekeraars dus helemaal zelf bepalen. Zij hanteren een bepaald voorkeursbeleid. Het komt er in vrijwel alle gevallen op neer dat zorgverzekeraars alleen de goedkoopste medicijnen vergoeden. Deze medicijnen beschikken over dezelfde werkzame stoffen als duurdere varianten en deze zitten in dezelfde groep medicijnen.
Maar welke medicijnen worden nu vergoedt vanuit de basisverzekering?
Je stelt jezelf de vraag of je medicijn wel wordt vergoed uit de basisverzekering? Je controleert dit zelf via de website medicijnkosten.nl, bijvoorbeeld. Maar ook je verzekeraar heeft daarvan een lijst opgesteld die je kunt bekijken. Heb je eenmaal het medicijn gevonden? Dan kan je deze eventueel opzoeken op de site van de Rijksoverheid. Je ziet tevens of je voor dit type medicijn een eigen bijdrage moet betalen en of je eigen risico betaalt.
Het voorkeursbeleid
Zoals we zo net al schreven hanteren veel zorgverzekeraars een eigen (medicijnbeleid) voorkeursbeleid. Dit voorkeursbeleid wordt altijd in de naturapolis maar ook in de restitutiepolis gehanteerd. De meeste van die medicijnen worden aangeboden door diverse fabrikanten. Die medicijnen verschillen niet qua werking van duurdere of goedkopere medicatie maar verschillen van naam. Alleen de manier waarop ze geproduceerd worden kan verschillen, of men gebruikt een ander vulmiddel. Het komt erop neer dat de medicijnen vrijwel identiek zijn aan elkaar maar dat de prijzen alleen verschillen. Vrijwel altijd hanteren verzekeraars het voorkeursbeleid op zo’n wijze dat alleen de goedkopere medicijnen worden vergoed. Deze zijn dan ook als enige in dit beleid opgenomen. Verzekeraars kunnen bijvoorbeeld ook onderhandelen met fabrikanten over de prijs en op die wijze zo goedkoop mogelijk inkopen. Daarom verschillen de prijzen van medicijnen soms per verzekeraar. Je bent als verzekerde altijd verplicht om het voorkeursbeleid van de zorgverzekeraar op te volgen. Je hoeft daarvoor niet je apotheker in te lichten. Zij schrijven namelijk deze voorkeursmedicijnen van de betreffende verzekeraar automatisch voor aan de klant. Elke verzekeraar heeft het voorkeursbeleid inzichtelijk gemaakt en deze is op de website terug te vinden.
Er zijn echter wel uitzonderingen op het voorkeursbeleid
Er zijn uitzonderingen op het voorkeursbeleid. Zo kan bijvoorbeeld blijken dat het voor jou, medisch gezien, pure noodzaak is om van dit beleid af te stappen. Daarvoor is het nodig dat je specialist of huisarts duidelijk op het recept schrijft dat je een andere medicijn krijgt voorgeschreven omdat dit medisch noodzakelijk is. Bijvoorbeeld indien blijkt dat je allergisch bent voor een medicijn. Dit is mogelijk aangezien niet alle hulpstoffen in medicijnen goed door het lichaam worden geaccepteerd. Je moet kunnen aantonen dat je wel hebt geprobeerd dit medicijn te gebruiken. Apothekers zullen dit proberen na te gaan. Sluit een extra, aanvullende verzekering af indien je bepaalde medicijnen gebruikt en deze niet door de basisverzekering van je verzekeraar worden vergoed. Je krijgt dan mogelijk diverse merken medicijnen vergoed.