De vergoeding van doorgeleverde medicijnen (medicijn vergoeding) en apotheekbereidingen (op maat gemaakte medicijnen) wordt vanaf 1 januari 2016 door zorgverzekeraars gezamenlijk bepaald. Dat houdt in dat zorgverzekeraars samen afspreken welke medicijnen wel en niet worden vergoed door de basisverzekering. Dit naar aanleiding van een besluit van het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Zorgverzekeraars en ZN hopen hiermee een einde te maken aan de onduidelijkheid bij verzekerden over welke op maat gemaakte geneesmiddelen en doorgeleverde apotheekbereidingen nu wel of niet worden vergoed.
Begin 2015 leek het er nog op dat de mededingingswetgeving een dergelijk besluit van zorgverzekeraars zou verbieden. Het gevolg hiervan was dat de ene zorgverzekeraar wel bepaalde geneesmiddelen vergoedt en een andere zorgverzekeraar niet. Dit is echter in strijd met het principe dat de basisverzekering voor iedereen hetzelfde moet zijn.
De afgelopen maanden werd door Zorgverzekeraars Nederland uitvoerig overleg gepleegd met zorgverzekeraars, apothekers, het ministerie van VWS en de mededingingsautoriteit. Het is inmiddels duidelijk geworden dat het zogenaamde ‘gezamenlijk duiden’ toch toegestaan is van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Wel dient het Zorginstituut Nederland aanwezig te zijn bij de gezamenlijke duiding van de zorgverzekeraars (het maken van collectieve afspraken). Het ‘gezamenlijk duiden’ van medicijnen gaat vooral om eigen bereidingen en doorgeleverde apotheekbereidingen. Bij doorgeleverde apotheekbereidingen gaat het om niet-geregistreerde geneesmiddelen die in een apotheek worden bereid en die daarna worden doorgeleverd aan een andere apotheek waar dit geneesmiddel aan de patiÎnt wordt overhandigd.
Veel verzekerden verkeerden de afgelopen maanden in onzekerheid met betrekking tot de vergoeding van de medicijnen (apotheekbereidingen) die voor hen op maat worden gemaakt. Zo ontstond er veel ophef toen zorgverzekeraars bekend maakten 400 medicijnen niet langer te willen vergoeden, omdat hiervan niet was bewezen dat ze effectief zouden zijn. De verschillende regelingen en voorwaarden van de verschillende zorgverzekeraars hebben altijd voor veel onduidelijkheid gezorgd voor verzekerden. Met het besluit van ZN is nu een pragmatische oplossing bereikt die verzekerden duidelijkheid geeft en voldoet aan de mededingingsregels.
Er komt vanaf zorgjaar 2016 een landelijke vergoedingslijst. Hierin staat exact aangegeven welke op maat gemaakte geneesmiddelen en doorgeleverde
apotheekbereidingen worden vergoed door de basisverzekering. Tot nu toe was daar nog geen eenduidig beleid voor, dit in tegenstelling tot de kant-en-klare geregistreerde geneesmiddelen. Die geneesmiddelen worden namelijk beoordeeld door Zorginstituut Nederland (ZiNL). In november 2015 wordt de landelijke vergoedingslijst bekend gemaakt, de lijst gaat in op 1 januari 2016. Met deze vergoedingslijst komt een einde aan de onduidelijkheid voor verzekerden. Indien deze nieuwe aanpak werkt, wil ZN graag ook op andere terreinen ‘gezamenlijk duiden’ gaan doorvoeren. ZN heeft aangekondigd dat het voor zorgverzekeraars in de toekomst mogelijk is om ook bij andere behandelingen en therapieÎn het basispakket te duiden. Het principiÎle bezwaar tegen een gezamenlijk overleg tussen zorgverzekeraars is nu immers weggenomen door de ACM.
Medisch adviseurs van verschillende zorgverzekeraars hebben inmiddels kritiek geuit op het besluit van ZN. Zij vrezen dat zorgverzekeraars straks primair verantwoordelijk zijn voor het duiden van het basispakket en niet langer ZiNL. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat er rechtsongelijkheid ontstaat tussen verzekerden en dat de werkdruk toeneemt. ZN heeft inmiddels aan de media laten weten dat zij vindt dat nog altijd de minister primair verantwoordelijk is voor de inhoud van het basispakket. Mochten er lastige kwesties de kant van ZN opkomen, dan zal zij daar zeker naar kijken. Dit standpunt van ZN wordt gedeeld door de afzonderlijke zorgverzekeraars.