Het stroometiket: Energieleveranciers zijn voor de wet verplicht om vanaf 2005 te informeren welke methoden voor energie opwekking ze gebruiken en dan op het gebied van elektriciteit die geleverd wordt aan huishoudens. Deze informatie noemt is ook wel beter bekend als het stroometiket en verschijnt in gestandaardiseerde vorm.
Wat is op het stroometiket af te lezen?
Op dit etiket moeten enkele gegevens duidelijk staan. Zo moet aangegeven worden wat de hoeveelheid stroom is die uit kolen, aardgas, kernenergie of duurzame energie (denk aan zonne-energie of windenergie) wordt gehaald. Ook moet aangegeven worden op dit stroometiket wat de hoeveelheid CO2 is per KWh die de leverancier uitstoot. Wat kernenergie betreft moet de energieleverancier aangeven wat de hoeveelheid kernafval is per Kwh. Leveranciers moeten elk jaar minimaal voor 1 mei het etiket laten verschijnen. Overigens controleert de ACM (Autoriteit Consument en Markt) of leveranciers de etiketten tijdig en op een juiste wijze aanleveren. De organisatie WISE houdt zich bezig met het bijhouden van de stroometiketten.
ACM inventariseert het stroometiket elk jaar
De ACM inventariseert het stroometiket elk jaar. Zij houden bij hoeveel stroom er elk jaar wordt geproduceerd in Nederland. Daarnaast houdt het ook bij met welke brandstoffen de elektriciteit wordt opgewekt. Beide taken noemt men ook wel de zogenoemde achtergrondetikettering. Bedrijven in de energiebranche hebben altijd de vrijheid om zelf hun data met achtergrondberekeningen te combineren. Daarvoor kunnen ze gebruikmaken van een rekenmodule/sjabloon die is opgesteld door de ACM en EnergieNederland. Dit rekensjabloon moeten energieleveranciers verplicht invullen. Is dit eenmaal ingevuld, dan worden de cijfers zichtbaar en is het stroometiket aangemaakt.