Er is nog niet zoveel aandacht voor ‘blauwe energie’ als voor andere duurzame methoden om energie op te wekken. Dat is opmerkelijk, aangezien deze nieuwe energie Nederland wel degelijk van veel stroom kan gaan voorzien. Op de Afsluitdijk is onlangs een prestatie van jewelste neergezet. Zo is er de zogenoemde Blue Energy installatie geïnstalleerd, bij wijze van proef. Deze installatie produceert stroom door handig gebruik van het ladingsverschil in deeltjes van zoet en zout zeewater te maken. De stroom wordt opgewekt doordat het zoute water vanuit de Waddenzee langs membramen stroomt. Aan de andere zijde van deze membramen stroomt ziet water. Dit water is afkomstig uit het IJsselmeer. Vele duizenden membramen zijn in deze proefinstallatie in bakjes gemonteerd. Daarin zitten superdunne gaasjes. Gezamenlijk hebben al deze gaasjes (schrik niet) de oppervlakte van 1 voetbalveld. En dan spreken we nog maar over één kleine centrale. In de toekomst moeten er duizenden bijkomen. De Afsluitdijk lijkt bij uitstek geschikt voor deze nieuwe energieopwekking.
De bedoeling is dat de Afsluitdijk het noorden van Nederland in de toekomst geheel gaat voorzien van stroom. Daarvoor moeten er minimaal 1000 van deze kleine modules/centrales op de Afsluitdijk geïnstalleerd worden. Het zou Drenthe, Groningen en Friesland energieonafhankelijk kunnen maken. Daarvoor zijn geen windmolens (windenergie) nodig of alternatieve vormen van energieopwekking. Nee, dit kan alleen door gebruik te maken van blauwe energie, zoet en zout water. En dat hebben we in Nederland volop! Maar hoe werkt dit precies nou precies?
Zoals we hiervoor al schreven wordt de stroom opgewekt doordat er gebruik wordt gemaakt van deeltjes die in zoet en zout water zitten. Zoet en zout water zijn ieder anders geladen. In feite zit in zoet en zout water energie maar dat moet wel gewonnen worden. Door compartimenten, die van elkaar gescheiden zijn, stroomt zowel zoet als zout water. De membramen in deze compartimenten laten beide soorten water voor een gedeelte door. Het komt erop neer dat met deze manier van energie opwekken aan de ene kant een tekort aan elektronen ontstaat, terwijl aan de andere zijde juist een overschot daarvan is. Beide bakjes (de ene gevuld met zoet water, de andere met zout water) waarin de membramen zitten worden met elkaar verbonden door middel van een stroomdraadje. Vervolgens wordt er stroom opgewekt.